Kies de goede antwoorden. Dat kunnen er dus meer dan een zijn.
Een molenaar was zo arm, dat er na zijn dood alleen maar de molen overbleef, een ezel en een kat.
Deze drie dingen waren snel verdeeld, de oudste kreeg de molen, de middelste de ezel en de jongste de kat.
Je kunt je wel voorstellen dat de jongste niet zo blij was met zijn erfenis. "Mijn broers kunnen tenminste nog wat bereiken met de ezel en de molen. Maar een kat? wat heb je daar nou aan? Ik kan hem opeten en wanten maken van zijn velletje, maar daarna heb ik niets om van te leven."
De kat die rustig lag te spinnen aan de voeten van zijn meester had het gehoord. “Meester, maak je geen zorgen man. Als jij mij een zak en een paar laarzen kan bezorgen, dan zul jij merken, dat je het toch niet zo slecht hebt getroffen.”
De molenaarszoon geloofde het maar half. Maar toen bedacht hij zich hoe handig de kat was in het vangen van ratten en muizen. En hoe hij zich altijd goed wist te verstoppen als hij een streek had uitgehaald. “Wie weet, heeft dat beest een slim plan bedacht. Ik zal maar doen wat ie me vraagt. Baat het niet, dan schaadt het niet.”
Toen de kat de laarzen en de zak had gekregen ging hij naar het bos.Hij deed een paar blaadjes sla en een wortel in de zak en legde hem op de grond. Toen ging hij er naast liggen alsof hij dood was. En hij hield de touwtjes van de zak stevig vast.
Een paar minuten later gebeurde precies wat de kat had verwacht. Een nieuwsgierig en dom konijntje kroop in de zak en begon aan de wortel te knabbelen.
Meteen sprong de kat en trok de touwtjes aan. Het konijn zat gevangen.
Met de zak over zijn schouder ging de kat op weg naar het paleis van de koning.
“Sire, ik kom u een konijn brengen dat ik gevangen heb in het bos van de markies van Carabas.”